Vincke Runabout, Model 1895 By Nicolas Vincke, Mechelen, BelgiumOn an original chassis of a 'Pheaton' carriage. The only remaining Vincke calèche or “Motorwagen” from 1895. In fact, this is a replica of the Vincke from circa 1890. This Vincke calèche or “Motorwagen” was manufactured by Frédéric (Fritz) Moortgat from Ghent, Belgium. The replica was shown at the “Dreamcar International” Fair in November 2011 at Mechelen. Seize: 260 x 150 x 165 cm.Estimate: 10.000 – 15.000 euroVincke Motorwagen of Calèche, Model 1895 “Open Tourer”By Nicolas Vincke, Mechelen, België.Op origineel onderstel van een ‘Pheaton’ rijtuig. De enige overgebleven Vincke “Calèche” of “Motorwagen” is een Open Tourer uit 1895. In feite is dit een replica van een Vincke uit circa 1890. Deze Vincke calèche of “Motorwagen” werd gefabriceerd door Frédéric (Fritz) Moortgat uit het Belgische Gent. De replica werd getoond op “Dreamcar International”, november 2011 te Mechelen. Afmeting: 260 x 150 x 165 cm.NOOT Nicolas Vincke is een volkomen in de vergetelheid geraakte Belgische autobouwer, een stille voorloper die te vroeg piekte om eer te krijgen die hem zou toekomen. Hij bouwde zijn eerste gemotoriseerde voertuigen in 1894, gaf de automobielen zijn eigen naam en bood ze vervolgens te koop aan. Pas vier jaar na de kleine productie van Nicolas Vincke, zou het Belgische merk Germain met de industriële productie beginnen. De echt succesvolle Belgische merken, Minerva, Imperia en Excelsior, kwamen pas na 1905 op gang. Nicolas Vincke was een ondernemer uit Sint-Niklaas die in Mechelen een stoffeerdersbedrijf leidde. In een fabrieksgebouw in de Leopoldstraat werden banken en meubels voor koetsen, luxetreinen en schepen bekleed. Vincke was al vroeg in de ban van de nieuwigheid van het moment, n.l. de ‘gemotoriseerde’ koets, de voorlopers van de automobielen. Samen met de Franse ingenieur Louis Delmer stichtte hij de "Manufacture de Voitures Automobiles en tous genres N. Vincke". In 1894 stonden de eerste calèches klaar, open rijtuigen zonder paarden maar met een tweecilinder Benz-motor uit Duitsland. De motor lag horizontaal achterin en moest op gang gebracht worden met een vliegwiel. De eerste "Vincke Kalesche" had plaats voor vijf mensen. De kans dat er vandaag nog Vinckes zouden rijden, is bijzonder klein. Het verhaal van de Belgische autoproductie eindigde in mineur. De Belgen waren rond de eeuwwisseling nochtans koplopers. De industriële voorsprong, ingenieursopleidingen, het vrijhandelsklimaat en de aanwezigheid van staalproductie voor chassisbouw zetten het land naast Duitsland en Frankrijk als autopioniers op de kaart. Maar tegen de Eerste Wereldoorlog was de helft van de nieuwe Belgische automerken alweer uit productie.